dinsdag 27 mei 2014

Feuilleton, aflevering 16: Aanhouding

Door : ©Sabrina Diana en ©Wim Lagendijk 

“Lies?” klonk Tim weer. Lisa haalde diep adem, “Ik ben niet helemaal eerlijk geweest over Johan” biechtte ze op. “Wat? Hij heeft toch niet aan je gezeten” alle alarmbellen leken bij Tim af te gaan. “Heeft hij je pijn gedaan?” hoorde zij hem vragen toen zij geen antwoord gaf. “Nee…” antwoordde ze. “Ja” zei ze verward toen ze terug dacht aan die middag. “Nee” verbeterde ze weer. “Hij heeft me geen pijn gedaan” verduidelijkte ze. “Wat is er dan met Johan?” hoorde ze hem vragen. Lisa haalde diep adem voordat ze hem haar ontdekkingen over de poppen vertelde. Dat de kleding die ze voor hem kocht voor de poppen was. “Ik denk dat Johan wat met de dood van de onbekende vrouw te maken heeft” ze zag Tim’s ogen groot worden. “Waarom denk je dat Lies?” hij legde zijn hand op haar knie. “Hij had me vanmiddag weer nodig…” begon ze en ze vertelde Tim wat er die middag was gebeurd. “Hij had in die kamer een pop die sprekend op haar lijkt” ze probeerde Lenie’s naam te ontwijken. “Dat zegt nog niet dat hij wat met haar dood te maken heeft” klonk Tim. “Hij trok mij uit de kamer toen hij mij daar zag. Ik…een week geleden lagen papieren van haar bij hem op tafel. Hoe kan dat Tim…” ze wist dat haar angst te horen was. Tim pakte haar gezicht vast en liet haar hem aankijken. “Je weet wie ze is, niet waar?” hoorde ze Tim zeggen. Zijn ogen staarde haar aan. Lisa keek weg. Ze sloot haar ogen en knikte terwijl er een traan over haar wang liep. “Als dat zo is Lies, dan moet je naar de politie gaan” hoorde ze hem zeggen. Lisa gaf geen antwoord. Diep van binnen wist ze dat hij gelijk had. Tim sloeg een arm om haar heen en trok haar dicht tegen zich aan. “Het komt allemaal goed Lies, dat beloof ik je” en hij plaatste een kus op haar bruine lokken.

Zenuwachtig liep Lisa het politiebureau binnen. Tim bleef zoals afgesproken buiten wachten. Dit was namelijk iets wat ze alleen moest doen. Aan de baliemedewerker vertelde waarvoor ze kwam. Die belde meteen naar boven. Even later kwam er een vrouw naar beneden. Ze stelde zich voor als Lida de Boer van afdeling zedenzaken. Lisa schrok, zedenzaken? Daar kwam ze toch niet voor. De vrouw merkte dat ze van slag was "Mijn collega is vandaag vrij, ik neem hem waar". Samen liepen ze naar een bespreekkamer. Lisa begon hortend haar verhaal te doen. Ze vertelde hoe de vrouw vlak voor haar voeten was neergevallen. Ook dat ze dacht te weten wie de vrouw was die van de toren was gesprongen. Dat ze zelf werkte bij Corazon en de vrouw daar regelmatig koffie had gedronken. Lida de Boer luisterde aandachtig en schreef af en toe wat op. Toen Lisa over Johan begon, keek Lida de Boer haar ongelovig aan. "Weet je dat zeker?" vroeg ze. "Poppen en kleren?" verbaasd luisterde ze verder naar wat Lisa te vertellen had. Na afloop bedankte ze Lisa hartelijk en begeleide haar naar de uitgang. "Je hoort nog wel van ons als we alles hebben nagetrokken" zei Lida terwijl Lisa naar buiten stapte. Buiten stond Tim op haar te wachten. Hij sloeg zijn armen om haar heen en trok haar dicht tegen zich aan.


Boven op haar kamer pakte Lida de Boer de zojuist met de post binnengekomen enveloppe van haar bureau op en begon nog eens te lezen wat er in de brief stond. Wel heel toevallig dat dat meisje dat verhaal kwam vertellen. Dat maakte de zaak veel ingewikkelder dan ze tot  dusver had gedacht. Ineens zo veel informatie en zo verrassend. Zo als het er nu uitzag wist ze nu de naam van de vrouw die van de toren was gesprongen. En dan die andere informatie! Als dat waar bleek te zijn, dan waren al die aangifte van de bedwelmde en verkrachte vrouwen ook opgelost.
Eerst koffie dan kon ze het even verwerken. Op de gang kwam ze Piet Harlaar tegen. In het kort vertelde ze hem wat er vanmorgen allemaal gebeurd was. Die keek haar verbijsterd aan. Die gaan we meteen aanhouden riep hij kom mee.


Verbijsterd zat hij op de achterbank van de politieauto. Met vier man hadden ze hem bij de sportschool aangehouden. Wat een vernedering zeg, iedereen had hem aangegaapt. Hij snapte er niets van, hoe hadden ze hem gevonden. Niets was er gezegd alleen of hij even mee wilden komen. Nu zat hij ineens tussen twee man op de achterbank, voorin nog twee man die hem af en toe via de spiegel aankeken. Ze stopte tot zijn verbazing voor zijn huis en toverde een huiszoekingsbevel uit hun zak. Of hij zelf de deur wilde openen, anders lieten ze hem open breken. Binnen gekomen zetten ze hem op een stoel en begonnen te zoeken. Zijn pc werd in een doos gedaan. Kasten en lades doorzocht. Langzaam werd hem duidelijk dat het er niet goed voor hem uitzag. Hij snapte nog steeds niet waar hij een fout gemaakt had. Al die jaren zo voorzichtig te werk gegaan en nu zomaar ineens was hij erbij. Ze waren klaar met zoeken en namen hem en een groot aantal dozen met zijn spullen erin mee.
Op het politiebureau aangekomen namen ze hem mee naar zedenzaken. Overal waar hij langs kwam werd hij minachtend nagekeken.
Hij werd in een cel gezet in afwachting van zijn verhoor. Veters uit zijn schoenen gehaald en riem af. Hij had het koud, zou dat van de zenuwen komen of omdat hij nog zijn sportkleding aan had?
De deur van de cel ging even later weer open. Begeleid door twee agenten werd hij naar de verhoorkamer gebracht. Op de tafel stond een opnameapparaat. De deur achter hem ging open en hij zag ze met z'n tweeën binnenkomen. De schrik sloeg hem om het hart.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten