vrijdag 28 maart 2014

Feuilleton, aflevering 7 :Lenie

Overal lagen papieren op tafel met al haar ideeën. Iedere keer kwam er weer een nieuw idee over een verhaal in haar hoofd op. Ze kon haar hoofd er niet echt bijhouden de laatste tijd. Misschien kwam het omdat haar moeder erg ziek was en vermoedelijk niet lang meer te leven had. Onwillekeurig moest ze de laatste tijd terugdenken aan haar jeugd in Enkhuizen. Ze was geboren in de Torenstraat in een oud pandje. Haar jeugd was niet echt fijn verlopen, haar vader was al sinds haar geboorte uit beeld. Als ze er haar moeder naar vroeg kreeg ze altijd te horen, dat hij al voor haar geboorte vertrokken was. Haar moeder hield vol dat ze zelfs zijn naam niet meer wist. Spelen deed ze altijd met haar neefjes en nichtjes. Toen ze wat ouder werd gingen ze soms met z'n alle zwemmen. Ze gingen dan de Oosterdijk over en de weilanden door, daar kon je heerlijk in het ondiepe water spelen. Ook ging ze vaak 's morgens vroeg als de vissersschepen binnenkwamen naar de haven. Bij het uitladen van de vis vielen er geregeld kleine vissen op de grond, die raapte ze dan op en nam ze mee naar huis. Ze was dan niet de enige, de kade stond vol met kinderen die allemaal vochten om een paar visjes. Zomers was het nog wel gezellig in de stad, veel toeristen en dagjes mensen die met hun boot in de haven lagen. Maar in de winter leek het wel of ze in Siberië woonde, uitgestorven straten  en altijd die koude wind die over het IJsselmeer aankwam waaien. Toen was ze al begonnen met schrijven, boven op haar kleine kamertje. Voor de ramen hing een deken om de wind die door de vele kieren drong tegen te houden. Af en toe kwam er familie uit Delft logeren en soms uit Spakenburg waar een broer van haar moeder woonde. Op school blonk ze niet echt uit, gewoon een gemiddelde leerling. Vrienden had ze niet echt, ze schaamde zich een beetje omdat al de andere kinderen wel over hun vader spraken maar zij nooit wist wat ze moest zeggen. Op een dag vertelde haar moeder dat ze gingen verhuizen, ze was toen een jaar of twaalf. Ze schrok zich rot, zomaar weg uit haar vertrouwde omgeving. Onwillekeurig was ze een beetje verliefd geworden op de oude gebouwen in Enkhuizen. Die hadden iets vertrouwds. Vooral de Drommedaris bij de haven had iets, ze kon het niet echt duiden. Misschien was het de ouderdom van het gebouw of het feit dat het gebouw misschien wel haar vader had gezien. Ze fantaseerde daar over in haar verhaaltjes.
Een week of twee later stond daar dan die verhuiswagen voor de deur. Met weemoed had ze de dagen daarvoor al haar spulletjes ingepakt, haar verhaaltjes keurig bijeengebonden in een mapje.
Terwijl de verhuizers de dozen en meubels in de auto sjouwden, liep ze nog een laatste rondje door Enkhuizen. Vanuit de Torenstraat liep ze naar het Venedie, over de brug de Spoorstraat in en dan de Havenweg op richting de Drommedaris. Daar aangekomen legde ze haar handen tegen de muren van het gebouw, ze voelde de warmte van de muur in haar trekken. Wat werd ze daar rustig van.
Langzaam liep ze weer terug naar de verhuiswagen.
Ze gingen wonen in Hooglanderveen, wat een verschil was dat geweest met haar leven in Enkhuizen. Een echt dorp vergeleken met waar ze eerst woonde. Het leek wel of haar moeder gek geworden was, hier was helemaal niks te doen. Ook moest ze plotseling iedere dag hele stukken fietsen naar Amersfoort. Ze trok zich steeds meer terug op haar kamertje om te schrijven.
Toen ze een jaar of vijftien was bleef ze soms even hangen in Amersfoort. Ze had daar de oude gebouwen ontdekt. Onwillekeurig werd ze daar ook weer aangetrokken door al die eeuwen oude gebouwen. Vaak liep ze door de Muurhuizen en over het Havik. Vooral het gebouw op nummer 25 vond ze mooi. Dat had van de mooie rode luiken en viel daardoor nogal op. Maar de Onze Lieve Vrouwetoren stond toch op de eerste plaats. Daar kon ze lange tijd naar kijken, soms ging ze stil tegen een van de muren staan om de warmte en de uitstraling van het gebouw in zich op te nemen.
Na haar middelbare schooltijd was ze gaan werken, maar dat bleek geen succes. Ze was vaak te afwezig met haar gedachten. Op een gegeven moment was ze afgekeurd, ze kreeg nu al jaren een uitkering. Ook had ze het benauwde van Hooglanderveen achter zich gelaten en woonde nu in een klein flatje aan de Arubalaan in Amersfoort. Een relatie had ze eigenlijk nooit gehad, misschien kwam dat wel door dat ze was opgegroeid zonder vader. Ze merkte dat ze daardoor toch niet zo makkelijk contact maakte met mannen. Echt uitgaan deed ze niet, wel ging ze bijna dagelijks bij Corazon koffie drinken. Dat vond ze ook een fijne omgeving om aan haar verhalen te werken.
Af en toe maakte ze dan een praatje met een van  de meisjes die daar werkte, Lisa heette ze.
En ze maakte regelmatig reizen, laatst was ze nog naar Rome geweest. Wat een ervaring al die oude gebouwen. Daar werd ze helemaal warm van als ze er nog aan dacht. Heimelijk was ze dan verliefd op zo'n gebouw. Ze had er een reisverhaal over geschreven, dat ze ook nog had kunnen verkopen.
Plotseling moest ze denken aan die keer dat ze bij Corazon zat en die man op haar afgekomen was. Ze was een beetje in haar schulp gekropen, maar hij had haar vriendelijk toegesproken. Hij was een jaar of 65 dacht ze. Een soort vaderfiguur die haar had overgehaald om een keer met hem uit te gaan. Aarzelend had ze ingestemd met zijn verzoek. Maar de avond was niet fijn verlopen. Ze was zomaar ineens niet goed geworden, duizelig, misselijk en ze had zich suf en verward gevoelt. De man had aangeboden haar thuis te brengen, ze had er amper iets van gemerkt maar de volgende dag lag ze uitgekleed in haar bed. Ze had geen idee hoe ze daar was gekomen. Van de man ontbrak ieder spoor. Daarna had ze zeker een uur onder de douche gestaan, ze voelde zich vies en verward.
Van de avond zelf wist ze ook niks meer. Deze ervaring had ze niet met iemand kunnen delen, haar moeder was eigenlijk niet meer aanspreekbaar. Ze zat nu al een maand in een verzorgingshuis. Haar geheugen liet haar steeds meer in de steek. Over haar vader viel helemaal niet te praten, wel vertelde haar moeder steeds meer over vroeger. Ze had daar door gehoopt dat haar moeder wat meer wilde vertellen. Zelf had ze de indruk dat ze toch meer over haar vader wist dan ze los liet.

Onrustig geworden door al die gedachten die door haar hoofd spookte, trok ze haar jas aan en besloot dit keer naar Corazon te gaan lopen voor haar dagelijkse koffieuurtje.

vrijdag 21 maart 2014

Feuilleton, aflevering 6: Johan

Hoe lang kende hij haar nu al? Op z'n minst toch alweer een half jaar.Van de vrouwen die hij regelmatig had gevolgd en had aangesproken was zij de enige die hem echt leek te vertrouwen. Na de eerste ontmoeting in Coffee Corazon had hij nog regelmatig met haar afgesproken. Ze had de eerste keer een reisverhaal voor hem geschreven een prachtig verslag over een reis naar Rome. Hij pakte uit zijn map het verhaal er nog eens bij. In gedachte volgde hij haar door de straten van Rome en voelde bijna haar liefde voor oude gebouwen. Zoiets had hij bij de andere nog nooit meegemaakt. Dat waren vaak afstandelijke vrouwen geweest, die hem zo snel mogelijk weer wilde vergeten. Dan voelde hij een soort woede opkomen en moest hij weer zien hoe hij die spanning weer kon kwijtraken. Dat deed hij meestal door op zoek te gaan naar dameskleding, het maakte niet uit hoe hij daar aan moest komen. Maar dat hielp hem weer te kalmeren. Hij kreeg verder nog niet veel hoogte van haar, maar dat maakte het des te spannender voor hem. Zijn fantasie kon hiermee op de loop gaan. Al jaren worstelde hij met dat probleem. Het deed wel ontspannen in gezelschap van een vrouw, maar dat was schijn. Lenie was daar echt een uitzonder op, net of zij ook ergens meezat. Ze leek afwezig de laatste tijd, hij moest daar toch eens achter zien te komen.
Dat afwezige paste niet in zijn plannen, dat leidde af van zijn eigen problemen. Al jaren worstelde hij met zichzelf en zijn houding tegenover vrouwen.
Hij legde de map met haar verhalen aan de kant en besloot weer verder te gaan met het opzetten van de steenmarter. Sinds 2 jaar was hij bezig met een cursus om dieren te leren opzetten. Dat maakte hem rustig. Achter hem op de kast stonden al wat vogels en een eekhoorn. Die waren al goed gelukt vond hij zelf. In zijn vriezer lagen nog een kat en een bunzing te wachten.
Vanmiddag ging hij zich weer bezig houden met zijn vrouwen. Die wachtte weer op zijn aandacht. De laatste aanwinst moest hij nog van een naam en geboorteplaats voorzien. Daar kon hij het Rome verhaal van Lenie mooi voor gebruiken. Nog wel even wat bijpassende kleding zien te vinden vanmiddag. Misschien wilde zijn buurmeisje Lisa hem wel weer helpen, die had altijd chronisch gebrek aan geld. Een echt over het paard getild wicht, maar ze had wel stijl als het op kleding aankwam. Wat extra geld voor haar zelf deed wonderen. Hij zelf durfde de kledingzaken bijna niet meer in. Dat begon op te vallen.
Hij keek even om het hoekje van de keuken de woonkamer in. Zijn andere meiden zaten keurig aangekleed op de bank en de stoelen. Op hun borst een naamplaatje met geboorteplaats en beroep.
Morgen zou hij weer op zoek gaan naar een nieuwe paspop, het liefst een donkere die had hij nog niet.

dinsdag 18 maart 2014

Feuilleton, aflevering 5: Zwijgende ooggetuige

Door co-auteur: ©Sabrina Diana 
Ze zag de grond op haar af komen. Ze gilde hard. De wind waaide door haar lange haren.  Even kneep ze haar ogen dicht. Toen ze haar ogen weer opende kon ze zien dat de grond niet meer ver weg was. Ze kon de groeven tussen de tegels zien. Het kon niet lang meer duren voordat ze de grond zou raken. 

Ze gilde, terwijl ze in haar bed overeind schoot. Haar ogen wijd geopend. Ze ademde zwaar en voelde het zweet over haar hoofd liep. “Het was maar een droom” hijgde ze. Ze kneep haar ogen dicht en haalde diep adem. Dit was al de zoveelste keer dat ze een nachtmerrie had. Ze stond op de hoge toren aan de rand van het Lieve Vrouwekerkhof. Ze had geen idee hoe ze daar was gekomen en ook geen idee wat er gebeurde, maar de droom eindigde altijd hetzelfde. Op de één of andere manier viel ze van de toren af.

De nachtmerries waren een week geleden begonnen. Een paar uur nadat het vreselijke ongeluk had plaats gevonden. De vrouw die van de Onze Lieve Vrouwetoren was gesprongen. Ze was op het nieuws, het internet stond er vol mee en je kon geen krant open slaan zonder dat er iets over de vrouw in stond. Het onderzoek was in volle gang, de politie had er zijn handen vol aan. De identiteit van de vrouw was nog steeds onbekend. En niemand leek haar te missen. Ze begreep niet hoe dat mogelijk was. Hoe kon je nou niet iemand missen. Er was toch altijd wel iemand die je zou missen?

Zij had de vrouw wel herkent. Ze kwam altijd op dezelfde dagen in Coffee Corazon, bestelde altijd hetzelfde en ging altijd rond dezelfde tijd weg. Ze zei nooit veel, maar glimlachte wel altijd vriendelijk als ze de vrouw haar bestelling bracht. De laatste keer dat ze de vrouw had gezien was anders en ze hadden zelfs een praatje gemaakt.

Ze kneep haar ogen dicht en kwam er al snel achter dat dit geen goed idee was. Ze zag de vrouw in haar rode broek van de toren af stappen en naar beneden vallen. Voordat de vrouw de grond raakte opende ze haar ogen. Ze had alles zien gebeuren, maar kon er met niemand over praten.
Ze had die middag onderaan de toren gestaan. Nog geen paar meter bij haar vandaan was de vrouw op de grond terecht gekomen. Er was zo veel bloed. Ze was snel weggerend. Gelukkig had niemand haar gezien. Ze had helemaal niet op het plein mogen zijn. Waarom moest ze ook zo nodig spijbelen?
Haar ouders zouden haar vermoorden als ze er achter kwamen dat ze weer gespijbeld had… Ze zou huisarrest krijgen, haar telefoon en laptop zouden waarschijnlijk afgepakt worden en ze kon het schoolfeest wel vergeten.

Sinds die dag had ze niet meer gespijbeld. Iedere ochtend reed ze op haar scooter naar school. De weg die zij reed leidde altijd langs het politiebureau. Ze reed nu al een week lang met een zwaar gevoel in haar maag langs het politiebureau.

Toen ze later die ochtend op haar scooter op weg was naar school stopte ze voor het politiebureau. Ze keek op naar het gebouw en twijfelde. Wat moest ze doen?

vrijdag 14 maart 2014

Feuilleton, aflevering 4: Onderzoek 2

Klaas de Jong stond voor het raam van zijn kantoor te kijken naar de Onze Lieve Vrouwetoren. Twee dagen geleden was op de televisie in "Opsporing verzocht" alle kleding van het slachtoffer getoond. Haar rode broek, witte blouse en lingerie van de Hema. Ook haar zwarte halfhoge schoenen van Tamaris Tevens was een summier signalement gegeven. Maar ja dat had tot nu toe nog niets opgeleverd. Hij had dus nog steeds geen idee wie het slachtoffer eigenlijk was. Wel hadden een hoop mensen haar zien lopen op het plein voor de toren, maar wat was blijven hangen was dat ze geen jas aan had en de rode broek die ze aan had. Ook de gids en de toeristen hadden geen goede beschrijving kunnen geven van haar gezicht. Ook had nog niemand haar als vermist opgegeven, dat maakte de zaak niet makkelijk. Uit de sectie was gebleken dat ze alleen de resten van een beschuitje kaas en koffie in haar maag had gehad. Hij schrok op door het geluid van de telefoon op zijn bureau.  Peinzend nam hij op, "Klaas de Jong, goedemorgen" Aan de andere kant hoorde hij een zachte stem die vertelde dat ze de oproep op de televisie had gezien. Het bleek een wat oudere dame te zijn, ze had met haar man op de dag dat de onbekende vrouw van de toren was gesprongen in Coffee Corazon koffie zitten drinken. Ze had zich de rode broek van de vrouw herinnert. Ook dat toen de vrouw binnen kwam ze een zwart jasje had aangehad. Maar ze kon zich niet meer voor de geest halen dat ze dat jasje ook aan had toen ze vertrok. De vrouw had samen met haar man zitten genieten van de koffie met appeltaart en verder niet op de vrouw gelet.  Op de achtergrond mompelde haar man nog wat. Volgens mijn man zei de vrouw had hij de bewuste vrouw wel eens eerder gezien bij Corazon. Ze zat toen achteraan in de zaak driftig te schrijven. Klaas de Jong bedankte de vrouw voor haar informatie en noteerde haar naam en telefoonnummer. Eindelijk dacht hij, er is nu weer wat meer info beschikbaar. Hij pakte zijn jas van de kapstok en riep zijn collega Piet Harlaar. "We hebben een tip, Piet. We gaan naar Corazon in de Krommestraat. ". Er staat een heerlijk voorjaarszonnetje als ze vanaf het politiebureau richting centrum lopen. Via de Molenstraat, Bollebruggang, Paternosterstraat en Langegracht lopen ze de Torengang in. Op de hoek van de Krommestraat zit Coffee Corazon. Bij binnenkomst stellen ze zich netjes voor en laten de foto's van de kleding zien die ook al op "Opsporing Verzocht" te zien waren. Op de vraag of ze iemand kennen die deze kleding aan had, misschien in combinatie met een zwart jasje, wordt direct de eigenaar erbij geroepen. De eigenaar Dirk-Jan Stip geeft aan dat er pas een zwart jasje is blijven hangen. Dat komt wel meer voor en hij heeft het keurig achter gehangen. Meestal komt iemand al de volgende dag om te vragen of er misschien iets gevonden is, maar voor dit jasje is nog steeds niemand geweest. Hij loopt naar achter om het op te halen en overhandigt het aan Klaas de Jong. Er zat alleen een huissleutel in zei Dirk-Jan. Geen adres of zo. Het bedienend personeel heeft ondertussen nog eens nagedacht en kunnen zich herinneren dat de vrouw vaak kwam om te schrijven. Ze dronk dan een Latte, soms met appeltaart erbij. Ook hadden ze een paar keer gezien dat er een beetje vreemde man aan haar tafeltje ging zitten. Ze gaven een vage beschrijving van de vrouw en de man.  Na iedereen bedankt te hebben gingen de beiden politiemannen weer terug naar het bureau. Ze waren in ieder geval weer een stapje verder gekomen.

vrijdag 7 maart 2014

Feuilleton, aflevering 3: Een jaar eerder

Hij zat al een tijdje naar haar te staren. Ze zat stil in een hoekje te schrijven. Voor haar een glas latte macchiato en een groot stuk appeltaart. Haar witte blouse stond mooi bij haar rode broek met gerende pijpen, over de stoel hing nog een zwarte leren jasje. Ze had wel stijl. Langzaam stond hij op en liep naar haar toe. Op de grond lag haar gebloemde sjaal. Hij bukte om hem op te rapen en vroeg: Is deze van jou?
Verrast keek ze op, lachte verlegen en zei ja. Mag ik bij je komen zitten vroeg hij en pakte meteen een stoel onder de tafel vandaan en ging zitten. Ze was te verrast om nog wat te zeggen en knikte gelaten. Wat ben je aan het schrijven vroeg hij en trok het schrift naar zich toe. Haar handen vielen stil op de tafel, haar beweging om het schrift terug te pakken verstilde. Dit was ze duidelijk niet gewent. Inwendig lachte hij, hij had het goed aangevoeld, zijn observatie was dus toch goed geweest. Een stil, teruggetrokken type, verlegen en duidelijk niet gewent aan direct contact. Wat drink je vroeg hij, maar wachtte haar antwoord niet af en bestelde nog een latte macchiato en voor zich zelf een espresso. Onderwijl begon hij in haar schrift te bladeren en delen te lezen. Hij zag gedichten, reisverslagen en korte verhaaltjes. Leuk zei hij, ik schrijf ook en geef verhalen uit. Zou je niet voor mij willen gaan schrijven vroeg hij haar. Ze keek bedenkelijk nog steeds niet op haar gemak vroeg ze: Maar ik ben helemaal niet zo goed in schrijven. Ik ga nog regelmatig naar het schrijverscafe hier in Coffee Corazon om nieuwe dingen te leren. Hij keek haar doordringend aan, keek nog eens in haar schrift en zei: O daar ken ik je dus van, je kwam me al zo bekend voor. Daar ben ik ook al een paar keer geweest. Verbaasd zei ze: Dan heb ik je zeker niet opgemerkt. Leuk!
Maar wil je echt niet een verhaal schrijven wat ik voor je kan beoordelen en misschien kan uitgeven in een blad waar ik voor werk? Ze dacht even na en stil zei ze ok.
Maar waar moet dat dan over gaan? Hij dacht even na en gaf antwoord: Reizen, een kort verhaal van mij part een sprookje. Daar kan ik wel wat mee. Als jij dat wil doen heel leuk. Maar hoe en waar moet ik dat dan heen sturen vroeg ze , ik ken je helemaal niet. O, sorry was zijn antwoord, ik heet Johan. En jij? Ik heet Lenie zei ze zachtjes. Mooie naam zei hij. Laten we over een week hier weer afspreken dat heb jij je verhaal af en dan regel ik weer koffie voor je met appeltaart. Hij gaf haar het schrift terug en hield gelijk even haar hand vast. Hij voelde dat ze eigenlijk haar hand wilde terugtrekken maar dat toch niet deed.
Ik betaal zei hij en stond op. Ik moet er weer vandoor. Ze leek bijna opgelucht. Onderweg naar de kassa keek hij nog even om, ze was al weer druk aan het schrijven.
Buiten gekomen lachte hij haast hardop, dat ging makkelijk. Ze wist niet dat hij haar al 2 weken iedere dag volgde. Hij liep fluitend de Krommestraat uit richting het Havik. Hier ging hij nog een hoop plezier aan beleven.
Binnen zat Lenie zich vertwijfelt af te vragen af ze de man nou echt al eerder had gezien.

zondag 2 maart 2014

Feuilleton, aflevering 2 :Onderzoek

Alweer vijf dagen geleden was het gebeurt. Inspecteur Klaas de Jong had nog steeds geen idee wie die jonge vrouw was die zichzelf van het leven had beroofd door van de toren te springen.
Hij was gebeld terwijl hij bezig was met een spinning les bij Health Center Amersfoort. Zijn collega aan de andere kant van de lijn klonk nogal opgewonden. Snel was hij op z'n fiets gesprongen en naar het Onze Lieve Vrouwekerkhof gereden. Daar trof hij een chaotische toestand aan. Het hele plein had vol gezeten met mensen, alle terrassen waren bezet geweest. Hulpdiensten probeerde mensen te kalmeren. De brandweer was bezig schermen te plaatsen rond het slachtoffer. Snel deelde hij orders uit, probeer zoveel mogelijk mensen te ondervragen. Hij liep om het geplaatste scherm heen om het slachtoffer te bekijken. Dat zag er niet prettig uit, ze was op haar gezicht terecht gekomen, daar gingen ze nog een hele klus aankrijgen.
Binnen in de toren stond het groepje toeristen met de gids, ze werden ondervraagd door collega Piet Harlaar. Aan hun gezichten zag hij wel dat hun dagje uit nog wel even zou nawerken.
Het plein was inmiddels hermetisch afgesloten. Iedereen die weg wilde werd ondervraagd.
Hij bekeek nog eens de eerste getuigen verslagen,maar hij werd er niet veel wijzer van. Niemand van de toeristen en de gids had een goed beeld kunnen schetsen van de vrouw. Alleen haar kleding was opgevallen. Fel rode broek en een witte blouse en zwarte schoenen. Over haar gezicht weinig informatie.
Ook nog geen meldingen binnen van vermiste personen. Hij hoopte nu op reacties van kijkers naar "Opsporing Verzocht ". Vanavond zou er aandacht worden besteed aan deze zaak.
Ondertussen werd hij wel gek van alle persaandacht, iedereen wilde antwoorden. Ook een aantal politieke partijen waren ze er mee gaan bemoeien. Burgerpartij Amersfoort eiste afsluiting van de toren voor toeristen. Zou wel met de verkiezingen te maken hebben, 19 maart konden de mensen weer stemmen en ze konden wel wat stemmen gebruiken. Maar ja ook de ondernemers op het plein roerde zich al. Het gebied rond de toren was nog steeds afgesloten met schermen. De cafe's zaten natuurlijk niet te wachten op zo'n uitzicht.
Nu maar hopen op meer aanwijzingen na de tv uitzending.

zaterdag 1 maart 2014

Feuilleton, aflevering 1 : Het Middelpunt

Het was druk bij Coffee Corazon in de Krommestraat te Amersfoort. Ze zat alleen aan een tafeltje in de hoek, zo kon ze alle andere bezoekers goed bekijken.  Hier was het allemaal begonnen, nu alweer een jaar geleden. Haar gedachten gingen terug naar haar eerste bezoek aan het schrijferscafe. Daar had ze hem ontmoet en zitten luisteren naar zijn mooie woorden. Had ze dat maar nooit gedaan. Daar twee tafels verder waar nu een ouder echtpaar zat te genieten van koffie met appeltaart. Langzaam dronk ze haar kopje leeg en stond op om te gaan afrekenen. In de verte klonken de tonen van het carillon van de Onze Lieve Vrouwetoren.  Buiten gekomen ging ze meteen naar links en daarna het steegje naast Corazon in. Na de kleine brug over de Langegracht sloeg ze rechtsaf en meteen weer links het straatje naar het Lieve Vrouwekerkhof in. Daaraan gekomen zag ze haar bestemming oprijzen tegen de blauwe hemel. De Onze Lieve Vrouwetoren blonk in het felle zonlicht. Even bleef ze twijfelend staan. Maar liep toen vastberaden richting de ingang toren, het kaartje voor de rondleiding van twee uur had ze vanmorgen al gekocht. Er stond al een groepje toeristen samen met de gids van het gilde te wachten. Klokslag twee uur deed de gids de deur naar de toren open en begon zijn verhaal, ze hoorde alles maar half. Haar gedachten dwaalde steeds meer af. Er was ook zo veel gebeurd de afgelopen week. Maar ja dat zou spoedig niet meer uitmaken. Gespannen volgde ze de gids hoger de toren op. In gedachten ging ze nog eens alles langs van wat er  zoal de afgelopen dagen was gebeurd. Op de hoogste trans aangekomen hield ze even de adem in, wat een prachtig uitzicht had je hier. Het leek wel of de hele wereld aan haar voeten lag. De gids liep met de rest van het gezelschap naar de andere kant van de toren. Dit was het moment waarop ze had gewacht. Ze deed haar schoenen uit en zette deze netjes naast elkaar neer. Toen klom ze op de reling en stapte  vooruit. Tijdens haar val bedacht ze nog dat zij nu even het middelpunt van Nederland was en straks zou er eindelijk eens over haar geschreven worden. Vlak naast het teken van het middelpunt van Nederland raakte ze de grond.